Beleggers zetten laadstationuitbater Fastned lager na resultaten
Fastned zakte ruim 3 procent bij de kleinere fondsen op Beursplein 5. De onderneming bekende bij de cijfers het doel om vierhonderd laadstations te hebben wat naar achteren te schuiven. Die vertraging wordt veroorzaakt door langer durende aanbestedingen voor nieuwe stations in verschillende landen. Maar ook de langere wachttijd voor aansluitingen op het overbelaste Nederlandse stroomnet speelt een rol.
Fagron ging op zijn beurt 6,5 procent omhoog na melding te hebben gedaan van een hogere kwartaalomzet dan kenners in doorsnee hadden verwacht, waarbij vooral de groei van de activiteiten op de Amerikaanse markt opviel. Het bedrijf wordt na een overname ook actief op de markt voor diergeneeskunde.
Sterke stijgers
Van de hoofdfondsen was techinvesteerder Prosus de sterkste stijger met een plus van 3,7 procent. Toeleverancier van de chipindustrie Besi won 2,2 procent na een opwaardering van het aandeel door analisten van vermogensbeheerder Bernstein. De AEX-index sloot 0,1 procent hoger op 760,57 punten. De MidKap steeg 0,4 procent tot 940,33. De beurzen in Londen, Frankfurt en Parijs wonnen tot 1,1 procent.
Het grote Spaanse bouwbedrijf Ferrovial werd daarnaast bijna 1 procent hoger gezet in Madrid. De onderneming heeft goedkeuring gekregen van een meerderheid van haar aandeelhouders om het hoofdkantoor naar Nederland te verhuizen. Het gaat om een omstreden stap. De Spaanse regering van premier Pedro Sánchez noemde het verhuisplan onlangs ondankbaar en tegen de belangen van Spanje in.
Oliekartel OPEC stelde in een rapport dat er in het vierde kwartaal van dit jaar mogelijk een tekort bij het aanbod van olie in de wereld is. Het kartel geleid door Saudi-Arabië is samen met partners als Rusland namelijk de olieproductie aan het verlagen om zo de prijzen te stutten. Maar de vraag naar olie neemt wel toe. Donderdag gingen de olieprijzen evenwel omlaag. Een vat Amerikaanse olie werd 0,8 procent minder waard op 82,62 dollar per vat. Brentolie werd ook 0,8 procent goedkoper, op 86,62 dollar per vat. De euro was 1,1061 dollar waard, tegenover 1,0976 een dag eerder.