Uber niet bevoordeeld door Nederlandse Belastingdienst
Wel wordt aangetekend dat er informeel contact was, en dat vooral het "telefonisch bijpraten" van Uber door belastingambtenaren niet is bijgehouden. "In enkele gevallen" lijken de e-mails die de onderzoekers hebben ingezien wél de indruk te wekken "van een bevoordelende behandeling" door de fiscus, maar over het algemeen "kan erop vertrouwd worden dat de dienst informeel maar professioneel gehandeld" heeft.
Deze zomer meldde een groot collectief van onderzoeksjournalisten dat er sprake is van een "innige band" tussen de Belastingdienst en Uber. Om het Amerikaanse bedrijf te helpen zou de fiscus zelfs mogelijk strafbare feiten hebben gepleegd. In reactie hierop liet staatssecretaris Marnix van Rij (Financiën) de Belastingdienst zelf intern onderzoek doen. Dit rapport is vertrouwelijk naar de Kamer gestuurd. Door de buitenwereld is dat onderzoek niet in te zien, omdat de belastingwet het verbiedt om details over belastingafspraken openbaar te maken.
Informatie lastig te verkrijgen
Wel is er een 'externe validatie' door drie hoogleraren beschikbaar. Daaruit is een aantal zaken op te maken over het onderzoek. Zo blijkt dat het de onderzoekers van de fiscus moeite kostte om alle beschikbare stukken boven tafel te krijgen.
De onderzoeksjournalisten die deze zomer over de zogenoemde Uber-files schreven, meldden onder meer dat Nederland vaak pas laat bedrijfsinformatie over Uber gaf als andere EU-lidstaten hierom vroegen. Die informatie hadden de landen nodig voor onder meer belastingonderzoek. Dat dit mogelijk voorkwam, noemen de externe onderzoekers "onbelangrijk", omdat gewoon aan de belastingregels is voldaan.
Inlichtingen
Verder zou een Nederlandse ambtenaar Uber hebben ingelicht over gesprekken tussen Nederland en Frankrijk in de tijd dat Frankrijk probeerde Uber winstbelasting te laten betalen over diensten (taxiritten) die in dat land geleverd werden. Hierover vellen de externe deskundigen geen oordeel. Het is "niet aannemelijk" geworden dat er inlichtingen zijn verstrekt, maar mogelijk koos de fiscus wel vooral voor eigen belang: belangrijk was vooral dat Uber in Nederland, waar het Europese hoofdkantoor staat, genoeg belasting betaalde.
Opmerkelijk is ook dat de druk op de Belastingdienst, bijvoorbeeld over fiscale afspraken, niet alleen van Uber kwam, maar soms ook van de Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA). Dat Nederlandse agentschap valt onder het ministerie van Economische Zaken en lobbyt voor buitenlandse investeringen in Nederland.